Kennisbank
-
Wat zijn (synthetische) koudemiddelen en waarom moet ik hier rekening mee houden bij het aanschaffen van een koeling- of verwarmingsapparaat?
Wilt u apparatuur aanschaffen die kan koelen en/of verwarmen, zoals een airconditioner of warmtepomp? Kijk dan niet alleen naar het energielabel, maar ook naar het type koudemiddel in het apparaat. De keuze voor het type koudemiddel kan een groot verschil maken voor het klimaat. Koudemiddelen zijn stoffen die ervoor zorgen dat apparaten kunnen afkoelen. Er zijn twee soorten koudemiddelen: synthetische en natuurlijke. Synthetische koudemiddelen zijn slecht voor het klimaat: als ze vrijkomen bij lekkage dragen ze bij aan het broeikaseffect. Natuurlijke koudemiddelen hebben niet of nauwelijks effect op de opwarming van de aarde.
-
Mag een willekeurige monteur zonder de benodigde PBM’s en certificaten werken aan een installatie met koolwaterstoffen (bijvoorbeeld eerste lijnstoring)?
Dat mag niet. Als er koudemiddelhandelingen worden gedaan (zoals lekcontrole, vullen, leeghalen, vacumeren of andere handelingen aan het koudemiddelcircuit), dan moet de persoon gecertificeerd zijn voor dat type koudemiddel. Dat geldt nu al voor F-gassen, en geldt vanaf 29 september 2025 ook voor koolwaterstoffen (zoals propaan en isobutaan), CO₂ en ammoniak. Die certificering laat zien dat de monteur zich bewust is van de risico’s en weet welke veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen.
-
Wie controleert er of een monteur met de juiste certificering aan een installatie heeft gewerkt?
De monteur vermeld zijn of haar certificeringsnummer op de werkbon na de werkzaamheden. Als er voor de installatie een logboekverplichting geldt, dan wordt de werkbon in het logboek bijgevoegd. Daarnaast kunt u de monteur natuurlijk altijd vragen om zijn of haar certificaat te laten zien via het digitale vakpaspoort van het Centraal Register Techniek, waar alle relevante certificaten in geregistreerd staan.
-
Hoe kun je zien of een bedrijf of persoon gecertificeerd is?
Dit kunt u controleren op de website van het Centraal Register Techniek op www.centraalregistertechniek.nl.
-
Welke certificaten zijn er bij de installatie van een warmtepomp nodig?
Als er koudemiddelhandelingen worden gedaan door de monteur (zoals lekcontrole, vullen, leeghalen, vacumeren of andere handelingen aan het koudemiddelcircuit), dan moet de monteur gecertificeerd (BRL 200) zijn om te mogen werken met dat type koudemiddel. Dat geldt nu al voor F-gassen, en geldt vanaf 29 september 2025 ook voor koolwaterstoffen (zoals propaan en isobutaan), CO₂ en ammoniak. Daarnaast moet ook het installatiebedrijf zijn gecertificeerd (BRL 100).
-
Hoe kom ik aan een inlogcode voor het online leerplatform en hoe lang is deze geldig?
Het leerplatform is vanaf 10 september te gebruiken. Je kunt een inlogcode aanschaffen voor € 45,- (of € 42,50 voor werknemers van NVKL-lidbedrijven). Je krijgt vanaf het moment van gebruik maken van de inlogcode een half jaar toegang tot het platform. Kijk op X hoe je aan een inlogcode komt.
-
Hoe ziet het online leerplatform eruit?
Het online leerplatform werkt via een inlogcode. Je komt dan in een catalogus terecht en kunt bij alle modules. Je kiest zelf welke leerlijn (A1, A2, B of C) voor jou relevant is. Je kunt een instaptoets doen om te kijken hoe het met je kennis is gesteld, waarna je een advies krijgt om een route door de modules te volgen. Het volgsysteem houdt je vorderingen bij. Elke leerlijn bestaat uit korte online modules met tekst, filmpjes, plaatjes, interactieve onderdelen en checkvragen. Per module staat aangegeven of deze module examenstof bevat (need to have) of extra onderbouwende stof bevat (nice to have).
-
Wanneer is het online leerplatform van NVKL in gebruik?
Het online leerplatform wordt samengesteld door inhoudsdeskundigen in werkgroepen met NVKL-leden en opleiders. Dit online leerplatform is vanaf 10 september te gebruiken. Het online leerplatform wordt beheerd door leermiddelenleverancier ATP.
-
Veel monteurs moeten nu verplicht voor 29 september 2025 een certificaat halen voor natuurlijke koudemiddelen, terwijl deze certificering in maart 2026 gaat veranderen. Is er dan een vrijstelling bij de hercertificering voor CO2 en ammoniak?
Voor monteurs die een Nederlands (VVAKK ofwel ‘ACB’) CO2 of ammoniak certificaat hebben (of nog zullen halen voor maart 2026), geldt dat zij bij hercertificering (verplicht vóór 12 maart 2029) een vrijstelling kunnen krijgen voor het praktijkexamen, met als voorwaarde dat ze de module van het theoretisch examen die de praktische kennis toetst, in één keer halen.
-
Ik ben alleen in het bezit van een F-gassencertificaat. Is het verstandig om nu vakbekwaamheidsbewijzen voor brandbare koudemiddelen te behalen, zodat ik later alleen een theorie-examen hoef te doen om het certificaat om te kunnen laten zetten?
Dat is een keuze. Als je nu al werkt met brandbare koudemiddelen, dan moet je daarvoor vanaf 29 september 2025 gecertificeerd zijn. Werk je daar nog niet mee, dan is het aan te raden om tot de nieuwe examens te wachten (dat scheelt namelijk een handeling). Alleen F–gassen geeft geen vrijstelling voor het praktijkexamen. Met F cat 1 + VVAKK B1 kun je een vrijstelling voor het praktijkexamen verdienen door in één keer je theorie-examen te halen. In dit examen word je extra bevraagd op praktijkvaardigheden.
-
Zijn de vrijstellingen voor de nieuwe examens al bekend?
A1 (F-gassen + koolwaterstoffen): Kandidaten die beschikken over een nog geldig F-gassen categorie 1 EN VVAKK-B1 Brandbare koudemiddelen krijgen in het proces van hercertificeren vrijstelling voor het praktische deel van het nieuwe A1 (F-gassen en Koolwaterstoffen) examen, mits je kunt bewijzen dat je over actuele vaardigheden en kennis beschikt die gelijkwaardig zijn aan de in bijlage I (van 2215/2024) vermelde kwalificaties, vaardigheden en kennis. Dit bewijs wordt geleverd door te slagen voor een in het theorie-examen toegevoegde module, waarin specifieke praktische vaardigheden getoetst worden middels theoretische vragen.
C (ammoniak): Kandidaten die beschikken over een nog geldig ACK-A Ammoniak (NH3) of VVAKK-A1 Ammoniak (NH3) (ongeacht inhoud koudemiddel), krijgen in het proces van hercertificeren vrijstelling voor het praktische deel van het nieuwe C (Ammoniak) examen, mits je kunt bewijzen dat je over actuele vaardigheden en kennis beschikt die gelijkwaardig zijn aan de in bijlage I (van 2215/2024) vermelde kwalificaties, vaardigheden en kennis. Dit bewijs wordt geleverd door te slagen voor een in het theorie-examen toegevoegde module, waarin specifieke praktische vaardigheden getoetst worden middels theoretische vragen.
B (CO2): Kandidaten die beschikken over een nog geldig ACK-C Kooldioxide (CO2) of VVAKK-C1 Kooldioxide (CO2) (ongeacht inhoud koudemiddel) krijgen in het proces van hercertificeren vrijstelling voor het praktische deel van het nieuwe B (CO2) examen, mits je kunt bewijzen dat je over actuele vaardigheden en kennis beschikt die gelijkwaardig zijn aan de in bijlage I (van 2215/2024) vermelde kwalificaties, vaardigheden en kennis. Dit bewijs wordt geleverd door te slagen voor een in het theorie-examen toegevoegde module, waarin specifieke praktische vaardigheden getoetst worden middels theoretische vragen -
Hoe is de overgang geregeld en hoe ziet dit er vanaf 29 maart 2026 uit?
Nederlandse ACB-certificaten blijven geldig volgens de voorwaarden waaronder ze zijn uitgegeven, en tot uiterlijk 12 maart 2029. Vanaf 29 maart 2026 worden er geen VVAKK-ACB-examens meer afgenomen en géén VVAKK-ACB certificaten meer uitgegeven, en vallen koolwaterstoffen (en ook CO₂ en ammoniak) onder het Europese systeem van certificering voor het werken met koudemiddelen. Vanaf dan worden er dus A1, A2, B, C, D en E certificaten uitgegeven, die in de hele Europese Unie worden erkend.
-
Wanneer moeten installateurs aan de nieuwe certificering voldoen?
Over de BRL 100 heeft de overheid nog geen besluit genomen.
Vanaf 29 september 2025 is persoonscertificering (BRL 200) wettelijk verplicht, ook voor het werken met koolwaterstoffen (zoals propaan), CO₂ en ammoniak. Volgens de planning van Rijkswaterstaat mogen vanaf 29 maart 2026 alleen nog ‘nieuwe stijl’ examens afgenomen, dat wil zeggen volgens de nieuwe indeling van certificaten (A1, A2, B, C, D en E).
Vóór 12 maart 2029 moet iedereen een nieuw persoonscertificaat volgens de nieuwe indeling (certificaat A1, A2, B, C, D, E) gehaald hebben om nog te mogen werken met dat betreffende koudemiddel. Beschikken monteurs op dit moment over certificaten die in CRT geregistreerd staan, dan blijven deze geldig onder de voorwaarden waaronder ze zijn uitgegeven, maar uiterlijk tot 12 maart 2029 -
Hoe werkt de nieuwe certificering voor personen (BRL200)?
Momenteel moeten monteurs die koudemiddelhandelingen met F-gassen uitvoeren, een persoonscertificering hebben. Dat gaat vanaf 29 september 2025 ook gelden voor koolwaterstoffen, CO₂ en ammoniak. Dit is een wettelijke verplichting. Vanaf die datum moeten personen die koudemiddelhandelingen doen met koolwaterstoffen (en CO₂ en ammoniak), daarvoor gecertificeerd zijn. Als de monteur nu al een VVAKKACB- of ACK-certificaat heeft voor het werken met koolwaterstoffen, ammoniak of CO₂ met een bepaalde hoeveelheid koudemiddel, dan kan daarmee worden doorgewerkt tot uiterlijk 12 maart 2029 – of eerder, als hun ACK of VVAKK-ACB-certificaat eerder verloopt. Wanneer het nieuwe certificaat (A1, A2, B, C, D en/of E) is behaald, dan is deze voor zeven jaar geldig.
-
Hoe werkt de nieuwe certificering voor bedrijven (BRL 100)?
De nieuwe BRL100 die dit jaar wordt gepubliceerd door de overheid, zal naast F-gassen ook gaan over het gebruik van koolwaterstoffen, CO₂ en ammoniak als koudemiddel. Het gaat vooral om het hebben van voldoende gecertificeerde personen en geschikte gereedschappen en procedures binnen het bedrijf.
-
Staan er in de F-gassenverordening beperkingen omtrent de export van apparaten?
Ja, vanaf 12 maart 2025 is het verboden om apparatuur te exporteren (dus buiten de EU) dat koudemiddel bevat of nodig heeft met een GWP van 1000 of meer. Dit exportverbod geldt alleen als de apparatuur ook in de EU niet in de handel mag worden gebracht.
Dus: Als de apparatuur koudemiddel bevat of nodig heeft met een GWP van 1000 of meer, maar het mag wél binnen de EU in de handel worden gebracht, dan geldt het verbod niet en mag de apparatuur dus geëxporteerd worden buiten de EU.
-
Wat is de maximale hoeveelheid brandbaar koudemiddel die ik in mijn bestelbussen mag vervoeren?
Veel installateurs vervoeren dagelijks brandbare stoffen, zoals acetyleen en brandbare koudemiddelen, in hun bestelbussen. De regels rondom het vervoer van gevaarlijke stoffen over land zijn vastgelegd in de Europese ADR-wet. Die wet voorziet ook in vrijstelling voor een aantal ADR-eisen, zoals het voeren van oranje borden op de bus tijdens vervoer. Hier is wel een aantal voorwaarden aan verbonden. De stoffen moeten voor eigen werkzaamheden worden gebruikt en er zijn maximale hoeveelheden die zo vervoerd mogen worden, afhankelijk van het type stof dat men vervoert (de ‘1000-punten regel’). Het aantal kilogrammen stof vermenigvuldigd met een bepaalde factor – afhankelijk van de vervoerscategorie – moet onder de 1000 punten blijven.
We nemen R290 (propaan) als voorbeeld. Propaan is brandbaar en valt in vervoerscategorie 2, wat betekent dat het aantal aanwezige kilogrammen vermenigvuldigd moet worden met een factor 3. We zien dus dat men – om onder de 1000 punten te blijven – maximaal 333 kg propaan in de bus mag hebben om bovenstaande vrijstelling te hebben. Eisen zoals de aanwezigheid van een 2 kg ABC-brandblusser, een rookverbod, juiste etikettering van de gasflessen en juiste vervoersdocumenten blijven wel gewoon geldig, ook al wordt er aan de 1000-punten regel voldaan. Ook moet de bus goed geventileerd zijn. Hoe, daar is de ADR niet expliciet over. Aanbevolen is een diagonale luchtstroom door de cabine, bijvoorbeeld door middel van een rooster onderin de achterdeur, en een ventilator op het dak.
-
Is het mogelijk om als hogeschool een hbo-diner aan te vragen?
Ja zeker! Neem hiervoor contact op met brenda@nvkl.nl
-
Wat zijn de kosten van het hbo-diner?
Helemaal gratis, maar als je je aanmeldt rekenen we op je!
-
Voor wie is het hbo-diner bedoeld?
Tweede-, derde- of vierdejaars hbo-studenten met een technische studie.
-
Wat houdt productiebeperking (de quotaregeling) in?
Eén van de belangrijkste maatregelen van de F-gassenverordening is de productiebeperking, ook wel quotaregeling. In dit quotumsysteem krijgen producenten of importeurs quota toegewezen op basis van het gemiddelde van de door hun gerapporteerde hoeveelheden HFK’s die zij op de markt hebben gebracht in de periode 2009 tot en met 2012. Dit betreft niet het absolute aantal kg koudemiddel, maar het CO₂-equivalent hiervan. Zie de factsheet F-gassenverordening voor het terugfaseringschema.
Voorbeeld: 1 kg R134a komt overeen met 1,430 ton CO₂-equivalent. Quota worden geregistreerd in een door de Europese Commissie beheert elektronisch register.
-
Wat is het doel van de F-gassenverordening?
Het doel van de F-gassenverordening is om het gebruik van HFK-koudemiddelen terug te dringen, zo de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen en daarmee het milieu te beschermen.
-
Hoe is de certificeringsplicht zoals omschreven in de F-gassenverordening in Nederland geregeld?
Het Besluit en de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen geven uitvoering aan de verplichte certificering van personen en bedrijven die handelingen verrichten aan installaties waarin F-gassen (HFK’s) of ozonlaagafbrekende stoffen (HCFK’s) zijn toegepast. De eisen die aan bedrijven en personen worden gesteld staan respectievelijk beschreven in de BRL100 (beoordelingsrichtlijn voor het certificaat F-gassen voor ondernemingen) en de BRL200 (beoordelingsrichtlijn voor het certificaat F-gassen voor personen).
-
Wat houdt het bijvulverbod in?
Eén van de maatregelen uit de F-gassenverordening is het verbod op bijvullen van koelinstallaties die gevuld zijn met een HFK met een GWP groter dan 2500 (zoals R404A en R507A). Zie de factsheet F-gassenverordening voor het uitfaseringschema en uitzonderingen.
De regels voor gerecyclede HFK-koudemiddelen (GWP groter dan 2500) zijn overigens gelijk aan de regels zoals we die kennen voor het bijvullen van gerecyclede R22. Deze koudemiddelen mogen alleen worden gebruikt in de installaties van de eigenaar waaruit deze zijn teruggewonnen of door de partij die deze heeft teruggewonnen.