Hoe werkt het mbo?

Het mbo-onderwijs in Nederland kent vier web (wet educatie beroepsonderwijs) niveaus:

De entreeopleiding is bedoeld voor jongeren zonder een diploma van een vooropleiding. Deze entreeopleiding bereidt jongeren voor op de arbeidsmarkt. Of op doorstroming naar een mbo-2-opleiding. De opleiding duurt 1 jaar.

De basisberoepsopleiding duurt 1 tot 2 jaar. Het bereidt studenten voor om uitvoerende werkzaamheden te doen, zoals bijvoorbeeld die van een monteur. Vooropleiding: de gemengde, theoretische, kaderberoepsgerichte of basisberoepsgerichte leerwegen aan het vmbo, of de entreeopleiding (BOL of BBL)

De vakopleiding duurt 2 tot 3 jaar. Studenten leren hier werkzaamheden zelfstandig uit te voeren. Het gaat om beroepen zoals bijvoorbeeld eerste monteur. Vooropleiding: de gemengde, theoretische en kadergerichte leerwegen aan het vmbo, havo, of mbo-niveau 2 (BOL of BBL).

De middenkaderopleiding duurt 3 jaar. Voor sommige opleidingen geldt een maximum van 4 jaar. Studenten leren hier werkzaamheden volledig zelfstandig uit te voeren. Het gaat bijvoorbeeld om een beroep als technicus. Studenten die deze opleiding afronden, kunnen verder studeren op het hbo. Vooropleiding: de gemengde, theoretische en kadergerichte leerwegen aan het vmbo, havo, of mbo-niveau 2 of mbo-niveau 3 (BOL of BBL).

Of Specialistenopleiding (1 jaar na een relevante vakopleiding; kwalificatieniveau 4)

In Nederland werkt het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) met een kwalificatiestructuur. De eisen waaraan een mbo-student moet voldoen om zijn/haar diploma te behalen, zijn beschreven in een kwalificatiedossier. Binnen zo’n kwalificatiedossier zijn één of meer kwalificaties (uitstroomrichtingen) opgenomen. Iedere kwalificatie leidt via een opleiding tot een diploma. Dossiers moeten actueel zijn en de kwalificatie-eisen voor een beroep moeten aansluiten op trends en behoeften op de arbeidsmarkt. Dat kan alleen als het onderwijs en bedrijfsleven samenwerken, hetgeen in de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) wordt vorm gegeven.

Wat is SBB?

Binnen SBB maken het onderwijs en bedrijfsleven samen afspraken over de kwalificering in het mbo en worden deze afspraken vastgelegd in het kwalificatiedossier. Op basis daarvan maken scholen hun onderwijsprogramma’s. SBB ontwikkelt en onderhoudt de kwalificatiedossiers en de minister van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) stelt ze vast. SBB is ook verantwoordelijk voor het erkennen van leerbedrijven.

Het SBB werkt in 9 sectorkamers. Onze sectorkamer heet Techniek en Gebouwde Omgeving. Binnen de sectorkamer zijn 8 marktsegmenten actief. Voor onze branche is dat het marktsegment: Technische installaties en systemen (TIS). Dit marktsegment is samengesteld uit vertegenwoordigers van het onderwijs en bedrijfsleven. Namens NVKL nemen wij deel aan het marktsegment TIS.

Kwalificatiedossiers & keuzedelen

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) ontwikkelt en onderhoudt kwalificatiedossiers, in samenspraak met onderwijs en bedrijfsleven. NVKL is hier actief bij betrokken. Een mbo-opleiding bestaat sinds 1 augustus 2016 uit een basisdeel (tijdbesteding minimaal 50%), profieldelen (maximaal 35%) en keuzedelen (15%). Het basis- en profieldeel zijn vastgelegd in het kwalificatiedossier. De keuzedelen zijn apart vastgelegd.

Het basis- en profieldeel zijn vastgelegd in het kwalificatiedossier. Het basisdeel kent beroepsspecifieke- en generieke onderdelen. De specifieke onderdelen gaan over de gemeenschappelijke kerntaken en werkprocessen voor alle beroepen in het dossier. De generieke onderdelen gaan over de eisen van de overheid voor Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burgerschap. Voor mbo 4-opleidingen komt ook het vak Engels erbij.

Het profieldeel bevat de kerntaken en werkprocessen waarop de kwalificaties in het kwalificatiedossier van elkaar verschillen.

Met een keuzedeel kan de student zich verbreden of verdiepen in generieke- en/of beroepsspecifieke zaken. Door een bepaalde keuzedeel te volgen kan een student zijn arbeidsmarktpositie versterken door extra kennis en vaardigheden op te doen. Een keuzedeel is altijd gekoppeld aan één of meer kwalificaties. Samen vormen ze de complete opleiding. Er mag geen inhoudelijke overlap zijn tussen kwalificatie en keuzedeel. Keuzedelen maken onderdeel uit van de opleiding en vallen onder dezelfde regelgeving voor zowel examinering als de examinering van de kwalificatie.

Een keuzedeel mag in principe door de student vrij gekozen worden. Je kunt wel met je BBL-student bespreken welke keuzedelen hij of zij gaat volgen. Er zijn diverse vakspecifieke keuzedelen voor de koudetechniek beschikbaar. Wij adviseren je om met de school en jouw BBL-student de mogelijkheden om deze keuzedelen te volgen, te bespreken.

Wat gebeurt er nu al op het gebied van koudetechniek?

In de koudetechniek kennen wij op dit moment twee kwalificatiedossiers, namelijk Koude- en klimaatsystemen en Engineering koude- en klimaatsystemen, met daarbinnen een aantal kwalificaties:

Koude- en klimaatsystemen

  • Airco/Warmtepompmonteur niveau 2 (crebo 25559) per 1-8-23 crebo 25886
  • Monteur Koude- en Klimaatsystemen niveau 2 (crebo 25563) per 1-8-23 crebo 25887
  • Servicemonteur Koude- en Klimaatsystemen niveau 3 (crebo 25562) per 1-8-23 crebo 25888
  • Eerste Monteur Koude- en Klimaatsystemen niveau 3 (crebo 25561) per 1-8-23 crebo 25889
  • Technicus Maintenance Koude- en Klimaatsystemen niveau 4 (crebo 25560) per 1-8-23 crebo 25890 Technicus Industriële Koude- en Klimaatsystemen

Per 1 augustus starten alle ROC’s in de nieuwe crebo’s. Bij elke kwalificatie is het behalen van een F-gassen certificaat een verplicht onderdeel van de opleiding. Meer informatie over de wijzigingen in de opleidingen vindt je hieronder.

Engineering koude- en klimaatsystemen

  • Systeemontwerper Koude- en Klimaatsystemen niveau 4 (crebo 25565)

Nieuw kwalificatiedossier koude- en klimaatsystemen

Op 1 oktober 2022 heeft de minister (OCW) een nieuw kwalificatiedossier voor koude- en klimaatsystemen vastgesteld. In november 2021 heeft NVKL de bijeenkomst georganiseerd waarin alle onderliggende beroepen opnieuw tegen het licht werden gehouden. Vervolgens is een werkgroep, met vertegenwoordigers vanuit diverse lidbedrijven en betrokken mbo-opleiders aan de slag gegaan. Onder leiding van SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven) is het dossier woord voor woord doorgenomen en zijn alle kwalificaties en benodigde kennis en vaardigheden besproken.

De belangrijkste wijzigingen in de vijf kwalificaties zijn:

  • Voor het profiel Airco/Warmtepompmonteur zijn de eisen met betrekking tot het F-gassencertificaat gewijzigd. Tenminste een F-gassencertificaat categorie II op basis van de geldende BRL 200. Met F-gassencertificaat categorie II mag een beginnend beroepsbeoefenaar werken aan koudemiddel houdende delen van installaties met minder dan 3 kg (< 5 ton CO2 equivalent) koudemiddel (voorheen: F-gassencertificaat categorie I op basis van BRL 200, die een uitwerking is van EU-verordening (EU) nr. 517/2014.). Voor het profiel Airco/Warmtepompmonteur wordt het F-gassencertificaat categorie II voldoende geacht en kunnen de werkzaamheden aan kleinere systemen worden uitgevoerd. Er is opnieuw een aanvraag gedaan voor een wettelijke verklaring met betrekking tot de beroepsvereiste (het F-gassen certificaat).
  • Daarnaast is in het profiel Airco/Warmtepompmonteur nadrukkelijk opgenomen dat het hier om de commerciële klimaatsystemen gaat.
  • Bij de Monteur- en Eerste Monteur Koude- en Klimaatsystemen is nog nadrukkelijker vermeldt dat het om koude- én klimaatsystemen gaat.
  • Technicus Maintenance Koude- en Klimaatsystemen is omgedoopt tot Technicus Industriële Koude- en Klimaatsystemen.
  • Voor de Servicemonteur Koude- en Klimaatsystemen en de Technicus Industriële Koude- en Klimaatsystemen worden voor de beginnende beroepsbeoefenaren geen taaleisen Engels en Duits meer gesteld. Voorheen was dat wel het geval. De vakvolwassen beroepsbeoefenaar moet in sommige gevallen fabrieksinstructies en handleidingen in het Duits en Engels raadplegen. Ook communiceren zij in het Duits en Engels met klanten en leveranciers in het buitenland. Echter, voor de beginnende beroepsbeoefenaar wordt het aanleren van de taalvaardigheden ‘lezen’ en ‘gesprekken voeren’ in het Engels en Duits op het gewenste niveau te zwaar bevonden. Daarnaast is het ook niet voor alle beroepsbeoefenaren relevant, vandaar dat de keuze is gemaakt om dit niet als verplicht onderdeel in het kwalificatiedossier op te nemen.
  • In alle kwalificaties is, in verhouding tot het niveau, basiskennis, kennis of specialistische kennis en vaardigheden op het gebied van natuurlijke koudemiddelen toegevoegd. Daarnaast is in de vaardigheidseisen meer aandacht opgenomen voor communicatieve vaardigheden.
Download kwalificatiedossier Koude- en Klimaatsystemen

Hoe word ik een erkend leerbedrijf?

Lidbedrijven van NVKL geven mbo BOL-studenten een stage en BBL-leerlingen een leerbaan binnen hun bedrijf. Dat is mooi, want de beste manier om nieuwe werknemers voor de koeltechniek binnen te krijgen is om ze op te leiden voor ons mooie vak. Om een student in het middelbaar beroepsonderwijs een dergelijke plek te kunnen bieden moet je wel erkend leerbedrijf zijn. Hoe werkt dat?

De Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) is verantwoordelijk voor het erkennen van leerbedrijven sinds 1 augustus 2015. Een erkend leerbedrijf voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals het bieden van een goede en veilige werkplek, aanstellen van een praktijkopleider en werkt samen met de school en het SBB. Een belangrijk deel van de mbo-opleidingen bestaat uit werken en leren in de praktijk, de zogenaamde beroepspraktijkvorming (BPV). Een opleiding van mbo-studenten is vastgelegd in kerntaken en werkprocessen. Als leerbedrijf biedt je de student de gelegenheid om alle kerntaken en werkprocessen die bij de opleiding horen, mee te maken, te beoefenen en (onder begeleiding) uit te voeren.

De praktijkopleider heeft hierbij een belangrijke taak. Indien je dit nog nooit gedaan heeft, biedt SBB allerlei vormen van workshops en ondersteuning voor stagebegeleiders of praktijkopleiders. Bekijk de website hier. Ook Wij Techniek (voorheen OTIB) biedt de mogelijkheid om praktijkopleiders op te leiden. Via de website van SBB kun je lezen hoe het werkt en de erkenning aanvragen. Als je niet zeker weet of jouw bedrijf al erkend is, kun je dat hier vinden.

Lesmateriaal bestellen

Lesmateriaal voor de mbo-opleidingen is gemaakt door Aeres Tech Productions, in opdracht van NVKL. In werkgroepen aangestuurd door NVKL zijn leermiddelen samengesteld waar bijna alle opleiders mee werken. Examenproducten voor de mbo-opleidingen worden gemaakt door Examenservice MEI. NVKL afgevaardigden zijn actief in het bestuur van ESMEI, het ontwikkelplatform en de vakcommissie koudetechniek. De mbo-leermiddelen voor niveau 2 en 3 zijn zowel als lesboek als in e-learning vorm beschikbaar.

Wil je lesmateriaal voor jouw mbo-studenten bestellen?  Via onderstaande button kunt je de theorieboeken en BPV-mappen voor alle genoemde opleidingen en keuzedelen bestellen.

Bestel hier het lesmateriaal

Handige hulpmiddelen

In onze arbeidsmarkttoolkit vindt je o.a. de volgende documenten: flyer werken met BBL’ers, een voorbeeld leerarbeidsovereenkomst en een factsheet over subsidieregelingen.

Naar de arbeidsmarkt toolkit