Het vervolgonderwijs moeten we gaan zien als een brede waaier van mogelijkheden en leerroutes die gelijkwaardig naast elkaar staan. Dat is waar Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, regelmatig voor pleit. “Als Utrechtse en landelijke partijen in het mbo-veld staan we hier helemaal achter. Ook wij maken ons hard voor meer waardering voor het mbo en de mbo-studenten. Daarom vinden we het tijd om het idee van de waaier – met elkaar – om te zetten in concrete acties.”

De oproep

Een belangrijke stap is dat we de verschillende onderwijsvormen niet alleen als gelijkwaardig zien, maar er ook zo over praten. Gelijkwaardigheid zit ‘m namelijk ook in taal. Spreken over ‘hoger’ en ‘middelbaar’ zorgt voor een hiërarchisch beeld, en draagt bij aan een onterecht stigma voor het mbo. Officiële benamingen voor het mbo, hbo en wo moeten komen van het ministerie van OCW, maar dat is niet genoeg. Het gaat namelijk ook om termen zoals ‘op- en afstromen’ en ‘hoog- of laagopgeleid’, en hoe er algemeen over het mbo wordt gesproken.

Zo wordt er bijvoorbeeld vaak onterecht onderscheid gemaakt tussen de studenten en richtingen in het vervolgonderwijs wanneer het over het mbo, hbo en wo gaat. Dit taalgebruik en de ideeën die daaraan ter grondslag liggen, hebben gevolgen voor jongeren: denk aan uitsluiting, prestatiedruk en een negatiever zelfbeeld. Dat pakken ze in Utrecht al aan, en we willen de rest van Nederland oproepen om ook concrete stappen te zetten naar een brede blik op gelijkwaardige onderwijsvormen.

Richtlijnen

Voor taalgebruik waarmee we het mbo op waarde schatten, volgen we in de eerste plaats de wensen en behoeften die jongeren zélf aangeven. De taalgids van het LAKS is daarbij een leidraad. In deze gids doen jongeren zelf voorstellen voor inclusief taalgebruik. Deze oproep volgen we graag en hun voorstellen vertalen we door. De oordelende termen schrappen we. En we willen er vanaf dat er vaak onnodig onderscheid wordt gemaakt tussen de studenten en richtingen in het vervolgonderwijs. In de praktijk wij, de ondertekende partijen, bijvoorbeeld over:

  • ‘het vervolgonderwijs’ in plaats van ‘het mbo en het hoger onderwijs’;
  • ‘het hbo en wo’ in plaats van ‘het hoger onderwijs’;
  • ‘mbo-/hbo-/wo-opgeleid’ in plaats van ‘hoogopgeleid/laagopgeleid’;
  • ‘doorstromen’ in plaats van ‘op- en afstromen’;
  • ‘studenten’ in plaats van ‘mbo-leerlingen’;
  • ‘onderwijsrichting’, ‘opleidingsvorm’ of ‘mbo-/hbo-/wo-opleiding’ in plaats van ‘opleidingsniveau’.

Zo stimuleren we en oordelen we niet. Simpelweg omdat alle studenten evenveel waard zijn. NVKL gaat vanaf heden meer letten op inclusief taalgebruik in de communicatie. NVKL volgt daarbij het advies van het mbo manifest en moedigt iedereen in de branche aan om hetzelfde te doen.

Download hier het volledige mbo manifest