In februari meldde we het al: de EPBD wordt herzien. Inmiddels is het voorstel in april aangenomen door het Europees Parlement. Nu de herziening is goedgekeurd, moet de Ministerraad binnenkort nog formeel goedkeuring verlenen. Daarna zal de herzieningstekst worden gepubliceerd en hebben de lidstaten maximaal 20 maanden de tijd om de herziening om te zetten in nationale regelgeving. Pas wanneer de wijzigingen worden opgenomen in Nederlandse regelgeving gaan ze in Nederland gelden.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • De aircokeuring gaat gelden voor airconditionings- en klimaatsystemen met een minimaal totaal opgesteld vermogen vanaf 70kW, in plaats vanaf 12kW.
  • Nieuw gebouwde gebouwen moeten voorzien zijn van gebouwbeheersystemen waarbij de temperatuurregeling geautomatiseerd moet plaatsvinden. In bestaande gebouwen moet dergelijke apparatuur zijn geïnstalleerd wanneer de warmteopwekkers worden vervangen, mits technisch en economisch haalbaar.
  • Niet-residentiële gebouwen met een airconditioning of klimaatsysteem (vermogen: >290kW) moeten vanaf 2025 voorzien zijn van een gebouwbeheersysteem, mits technisch en economisch haalbaar.
  • In 2020 wordt de ‘smart readiness indicator’ (SRI) toegevoegd aan de Europese database voor energielabelling. De introductie van de SRI is nodig om op uniforme wijze te bepalen in welke mate een gebouw in staat is om zelfsturend te zijn, te interacteren met zijn gebruikers en vraag-gestuurde diensten te verlenen. De invoering van de indicator is optioneel voor lidstaten en de samenhang met nationale energielabelling nog onduidelijk.

Met de goedkeuring van de EPBD-herziening is de eerste van de acht wetsvoorstellen uit het pakket “Clean Energy for All Europeans” van de Europese Commissie aangenomen. Dit pakket is een navolging op het Parijs Akkoord, waarmee zich in 2016 maar liefst 174 landen committeerden aan de ambitie om de Europese energiesector stabieler, competitiever en duurzamer te maken.