De quotaregeling is in 2014 in het leven geroepen om de terugfasering van F-gassen of HFK’s (besloten middels de F-gassenverordening) vorm te geven. In het quotasysteem krijgen producenten of importeurs quota toegewezen op basis van het gemiddelde van de gerapporteerde hoeveelheden HFK’s die zij op de markt hebben gebracht tussen 2009 en 2012. Deze quota betreffen niet het absolute aantal kilo koudemiddel, maar het CO₂-equivalent hiervan. Sinds 2017 valt ook voorgevulde apparatuur onder de quotaregeling. Tijdens een vergadering van het Europese ‘F-gas Consultation Forum’, een groep experts uit de EU-lidstaten dat de Europese Commissie informeert en advies geeft over F-gassenbeleid, is een onderzoek naar het verloop (2014 tot 2017) van de quotaregeling gepresenteerd. Hieronder staan de belangrijkste inzichten beschreven van dit onderzoek, dat vanaf nu iedere 2 tot 3 jaar zal worden herhaald.

De gebruikte quota voor import en productie van F-gassen bedroeg 77% in 2016 ten opzichte van het vastgestelde ijkpunt in 2015. In 2018 zal dit percentage verder moeten dalen, namelijk naar 63%. Deze 63% zal voornamelijk beschikbaar zijn voor de import en productie van gassen, omdat inkopers van voorgevulde apparatuur een voorraad hebben opgebouwd (in 2015/2016). De verwachting is dat de noodzakelijke daling van 77% naar 63% een haalbare kaart is, mede gezien de resultaten van de afgelopen jaren. Zo blijken de meeste Europese installateurs goed te kunnen omgaan met de vastgestelde quota en ziet men steeds meer bedrijven overstappen naar gassen met lage GWP-waarden. Deze constatering is gebaseerd op de import- en productiecijfers van HFK’s, HFO’s en andere koudemiddelen, die volgens de onderzoekers niet worden overschaduwd door grootschalige illegale handel. De stijging van gasprijzen verloopt ook volgens de verwachtingen van de beleidsmakers; een ton CO2-equivalent kost gemiddeld 20 euro. Het blijkt dat R404A het sterkst in prijs is gestegen. In het onderzoek wordt verder geconcludeerd dat de EU op schema ligt wat betreft de afspraken uit het Montreal Protocol; het verbruik van HFK’s lag in 2016 namelijk al 14% lager dan was afgesproken voor in 2019. Daarnaast concludeerde de onderzoekers dat de F-gassenregulering goed werkt.

Johan Havinga van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat schetste verder tijdens deze Forum-vergadering de ontwikkelingen op het gebied van certificering van installateurs in Nederland die werken met natuurlijke koudemiddelen, zoals CO2 en propaan. Hij gaf aan dat er op dit moment zo’n 400 installateurs een vakbekwaamheidscertificaat hebben en dat men in Nederland nog duidelijker moet maken dat een certificaat verplicht is om te mogen werken met natuurlijke koudemiddelen. Binnenkort wordt deze ‘certificeringsregeling’ van vakbekwaamheidscertificaten verankerd in de PGS13, NPR 7600 en NPR 7601. Zie https://www.nvkl.nl/informatiebijeenkomst-pgs13/ voor meer informatie hierover.

Alle content van de Forum-vergadering is openbaar beschikbaar en te downloaden via deze link.