Steden staan bij meteorologen ook wel bekend als hitte-eilanden. Ze worden zo genoemd omdat de temperatuur er doorgaans hoger ligt dan in het omliggende landelijke gebied. In de stad kan het tot wel 7 graden warmer zijn dan op het platteland. Dit hitte-eilandeffect is in de meeste steden ’s nachts het sterkst. Tijdens hittegolven in de stad brengen nachten dus weinig verkoeling. Dit uit zich onder meer in een verminderde nachtrust onder stadsbewoners en een verhoogde sterfte door hitte in (grote) steden. In dit artikel vertellen wij u alles over de verdere factoren van een hitte-eiland.

Allereerst hebben steden vaak een wat donkerder gekleurd oppervlak dan landelijke gebieden. Donkere kleuren – met zwart in het bijzonder – absorberen (bijna) alle golflengtes, terwijl gekleurde voorwerpen deze juist weerkaatsen. Dit maakt dat een groene appel groen is; het weerkaatst de ‘groene’ golflengte. Als gevolg hiervan wordt er in de donker gekleurde steden minder zonnestraling weerkaatst door het oppervlak en blijft er dus meer warmte hangen. Omwille van deze reden wordt in de stad Los Angeles onderzocht of het lichtgrijs verven van de straten helpt om de opwarming van de stad terug te dringen.

Verder wordt, door de geometrie van de stad, de weggekaatste straling relatief vaak weer opgevangen door een ander oppervlak (bijvoorbeeld een muur van een gebouw), in plaats van direct richting de hemel te verdwijnen. Dus als de straling al wordt weerkaatst, wordt het vervolgens geabsorbeerd door een ander gebouw. Een van de kenmerken van een hitte-eiland is dan ook hoogbouw of andere bebouwing van meerder verdiepingen, vooral gemaakt uit stenen materialen. In steden bestaat überhaupt het oppervlak vooral uit steen, beton, asfalt en andere materialen met een hoge warmtecapaciteit. Deze materialen koelen ’s avonds minder snel af dan het oppervlak in landelijk gebied. Ze blijven ’s avonds nog een tijd de warmte van overdag afgeven aan de lucht. Ook de toenemende betegeling van tuinen draagt zo bij aan het hitte-eilandeffect in steden.

Daarnaast is het oppervlak in steden grotendeels verhard en erop gemaakt om (regen)water zeer snel af te voeren. Een groot deel van het oppervlak is dus bijna altijd droog, waardoor er maar weinig verdamping is die warmte onttrekt aan het oppervlak. Bovendien is het aandeel vegetatie (bomen, parken e.d.) in steden vaak gering waardoor er eveneens weinig verdampingskoeling kan optreden. Vegetatie zet zonlicht om in verdampingsenergie. Dat betekent dat de energie van de zon niet gebruikt wordt voor het opwarmen van stenen en opwarmen van de lucht. Dus met veel vegetatie blijft een gebied ook koeler.

Tot slot nog een weetje: de app ‘Weerbeleving’ toont hoe je het weer op elke plek in Nederland zult ervaren. Een ander woord voor deze ervaring is ‘thermisch comfort’ en dit wil zeggen hoe wij de warmte beleven en hoe (on)aangenaam het samenspel van temperatuur, wind luchtvochtigheid en straling aanvoelt. De app is ontwikkeld door Universiteit Wageningen en geschikt voor Android.

Bron:
Wolters, et al. (2011). Inventarisatie urban heat island in Nederlandse steden met automatische waarnemingen door weeramateurs. Koninklijk Meteorologisch Instituut: De Bilt.