De huidige cao voor het technisch installatiebedrijf loopt t/m 31 mei 2019. Op dit moment zijn de onderhandelingen over een nieuwe cao nog in volle gang. Zolang er nog geen nieuwe cao is, bestaan er arbeidsrechtelijke consequenties voor werknemers die na 31 mei 2019 bij u in dienst treden.
Werknemers die in dienst zijn getreden vóór 1 juni 2019
Voor werknemers die vóór 1 juni 2019 bij u in dienst zijn getreden, heeft de cao nawerking. Dit houdt in dat de afspraken uit de huidige cao blijven gelden, tot de nieuwe cao definitief is.
Werknemers die in dienst komen op of na 1 juni 2019
Voor nieuwe werknemers verandert er na 1 juni 2019 wel wat. Formeel is de cao niet van toepassing op nieuwe werknemers. Mede gelet op gelijke behandeling en administratieve problemen adviseren wij u echter om de arbeidsvoorwaarden overeenkomstig de oude cao vast te stellen. Daarbij adviseren wij u om in de arbeidsovereenkomst te verwijzen naar de cao voor het technisch installatiebedrijf. Vanaf de ingangsdatum van de nieuwe cao bent u verplicht deze ook op nieuwe werknemers toe te passen.
Het volgende geldt echter niet voor nieuwe werknemers die na 31 mei 2019 in dienst treden zolang de nieuwe cao nog niet definitief is:
Proeftijd
Tot die tijd kan er alleen een proeftijd volgens de wettelijke regeling worden afgesproken:
In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd langer dan zes maanden maar korter dan twee jaar, is maximaal één maand proeftijd toegestaan.
In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van twee jaar of langer of voor onbepaalde tijd, is een proeftijd van maximaal twee maanden toegestaan.
De nu in de cao opgenomen regeling (artikel 12) is ruimer en gaat al bij een dienstverband langer dan zes maanden uit van een proeftijd van twee maanden.
Uitzendkracht in dienst nemen?
Wanneer u een voormalige uitzendkracht in dienst neemt, wordt volgens de wet iedere periode die is onderbroken door ziekte, als een nieuwe arbeidsovereenkomst gezien. Dat heeft dus gevolgen voor het eventueel nog kunnen aanbieden van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
De nu in de cao opgenomen bepaling (art. 14 lid 5) is ruimer ten opzichte van de wet. De cao stelt dat de uitzendperiode in deze situatie als één arbeidsovereenkomst wordt gezien, ondanks onderbreking door ziekte. Totdat de nieuwe cao definitief is, geldt deze bepaling uit de cao niet en geldt de wettelijke regeling. Dit betekent dus dat de voormalige uitzendkracht veel eerder in aanmerking komt voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.