Natuurlijke koudemiddelen
Het Besluit Algemene Regels Inrichtingen Milieubeheer (BARIM) – in de volksmond ook wel ‘Activiteitenbesluit’ genoemd – is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De regel is een uitwerking van de wet Milieubeheer, waarin meer gedetailleerd wordt geregeld waaraan koelinstallaties moeten voldoen.
Wat houdt het activiteitenbesluit in?
Het Activiteitenbesluit kent eisen voor verschillende milieuaspecten. Denk hierbij aan geluid, lucht, bodem, externe veiligheid, afval en afvalwater. Binnen de koeltechnische sector geldt voor installaties die zijn gevuld met natuurlijke koudemiddelen (ammoniak, kooldioxide en koolwaterstoffen) een wettelijk verplichte jaarlijkse inspectie op veiligheid. Deze inspectie dient te worden uitgevoerd door een gecertificeerd persoon. Waaraan deze inspectie en de gecertificeerde persoon moeten voldoen is vastgelegd in de PGS13 (ammoniak), de NPR7601 (kooldioxide) en de NPR7600 (koolwaterstoffen).
Voor wat betreft de toepassing van koolwaterstoffen en andere (mild) brandbare koudemiddelen zijn er Europese richtlijnen voor explosieveiligheid. Deze richtlijnen vormen de basis van de NPR7600.
Downloads
Hand-outs
DownloadoverzichtVeelgestelde vragen Activiteitenbesluit
Natuurlijke koudemiddelen zijn koolstofdioxide, ammoniak en koolwaterstoffen. Ze onderscheiden zich van de koudemiddelen die bekend staan als gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaag-afbrekende stoffen (i.e. synthetische koudemiddelen).
De koelinstallatie dient ten minste eenmaal per jaar gecontroleerd te worden op veilig functioneren door een competent persoon met een vakbekwaamheidscertificaat, zoals bedoeld in PGS 13 (ammoniak), NPR 7600 ( koolwaterstoffen) of NPR 7601 (kooldioxide). In het Activiteitenbesluit zijn in artikel 3.16 voorschriften opgenomen voor de keuring. Daarnaast moeten bedrijven met een koelinstallatie de keuringsrapporten en schriftelijke bewijzen van het onderhoud bewaren.
In het Activiteitenbesluit zijn voorschriften opgenomen voor koelinstallaties:
- met een inhoud van ten minste 10 kilogram koolstofdioxide;
- met een inhoud van ten minste 5 kilogram koolwaterstoffen;
- met een inhoud van ten minste 10 en ten hoogste 1500 kilogram ammoniak.